Help! Mijn mandala past niet in de ring...

Geschreven door: Lisa Kievits

|

Je zult het altijd zien: heb je net jouw prachtige mandala afgemaakt en ben je enthousiast deze in de ring te gaan vastmaken... Blijkt de mandala te groot te zijn voor je ring! Of misschien juist een te kleine mandala voor de ring. In beide gevallen wil je natuurlijk graag weten wat je daaraan kunt doen!

Belangrijk om te weten


Lees allereerst even deze blog om meer te weten te komen over welke maat ring je het beste kunt gebruiken voor jouw gehaakte mandala. Dat helpt namelijk om goed te bepalen of de maat ring klopt. 


Het is nu belangrijk om te bepalen of jouw mandala te groot of te klein is voor de ring. Onthoud: de ring moet ongeveer 20% groter zijn dan de gehaakte mandala. Je leest hier meer over in deze blog

Enkele kenmerken waaraan kunt herkennen of jouw mandala te groot of klein is:

  • Een te grote mandala steekt uit over de ring. De ring is kleiner dan de gehaakte mandala, waardoor er geen spanning meer op de mandala komt. De mandala hangt wat slap in de ring.
  • Een te kleine mandala voor de ring haalt de randen van de ring niet, zelfs niet met flink opspannen. Je mandala is veel kleiner dan de ring, er blijft véél ruimte omheen. De ring is méér dan 20% groter (bijvoorbeeld 30 of meer procent groter, zie ook de bovengenoemde vuistregel en lees alle info in deze blog). Je moet extreme moeite doen om deze aan de ring geknoopt te krijgen, de ring vervormt misschien zelfs. Let op: er mag best wat spanning op de mandala worden gezet om deze op te rekken. Als dit echt extreem wordt, is de mandala waarschijnlijk te klein.

Mijn mandala is te groot



Optie 1: Je hebt een grotere ring nodig, ga opzoek naar een ring die in ieder geval 20% groter is dan jouw gehaakte mandala. Lees meer informatie over het geschikte formaat ring op deze blog.


Optie 2: gebruik de mandala als tafelkleed, opspannen zonder ring. Je kunt de mandala ook opspannen met spelden en deze als tafelkleed gebruiken. Lees deze blog over opspannen van mandala's.


Optie 3: over de ring heen laten vallen. Je kunt eventueel kijken of je de mandala aan andere punten kunt opspannen, bijvoorbeeld 1 of 2 toeren terug. Hier moet je wel een beetje creatief mee kunnen experimenteren om te kijken wat mooi is. Soms kan deze methode zelfs een uniek effect geven aan een mandala en is het juist tof!

Maar let wel op, dit werkt alléén als je mandala maar een beetje te groot is. Is het verschil erg groot? Dan kun je deze methode beter niet gebruiken, dan heb je kans dat de rand van je mandala straks omklapt, en het geheel er niet mooi meer uit ziet.


Optie 4: je moet de mandala opnieuw haken met een kleinere haaknaald. Maar onthoud wel dat het geen volledige garantie geeft of de ring dan wel past. Zoals eerder genoemd, hangt het af van het eindformaat van jouw gehaakte mandala. 


Optie 5: Je moet een aantal toeren uittrekken. Natuurlijk is dit de minst geschikte optie, omdat je hierdoor deel van het ontwerp verliest. Let er wel op dat dit ook alleen geschikt is als je mandala maar een héél klein beetje te groot is – als je erg veel moet uittrekken, is het super zonde natuurlijk. Persoonlijk zou ik deze optie niet gebruiken, omdat je dan juist het mooie ontwerp kunt verliezen waar je zo hard voor hebt gewerkt! Het is het waard om te investeren in een goede ring voor jouw schitterende haakwerk. Zelf denk ik ook: die andere ding die niet past, komt wel weer een keer van pas bij een ander haakwerkje! 

Mijn mandala is te klein


Controleer ten eerste of je mandala écht niet in de ring past. Je mag best wat spanning op je mandala zetten. Soms kan het helpen om de mandala nat te maken (lees ook deze blog voor meer informatie over opspannen). Hierdoor krijg je soms meer rek op je haakwerk.


Optie 1: haak een paar toeren bij. Deze methode wordt het meest gebruikt. Je haakt een paar toeren met alléén losseboogjes. Je moet een beetje creatief zijn om te kijken wat goed past.

  • Ga verder op de losseboogjes van de laatste toer. Haak 1 vaste in het losseboogje, haak x aantal losse, 1 vaste in het volgende losseboogje, weer x aantal losse, enzovoorts. Vaak gebruik je tussen de 6-10 losse, 7 is meest gebruikelijk, maar hier moet je een beetje mee experimenteren. Sommige kiezen ook om iedere toer steeds een losse erbij te doen per losseboogje, dus je begint met 6 losse per boogje, de toer erna 7 losse per boogje, enzovoorts.
  • Zijn er nog geen losseboogjes? Zoek dan een beginpunt en ga vanaf daar losseboogjes haken. Je slaat steeds een aantal steken over (ongeveer gelijk aan het aantal lossen dat je haakt). Pas wel op dat je niet te weinig lossen haakt: je wilt natuurlijk niet dat je mandala gaat krom trekken door te weinig steken. Ook nu zijn tussen de 6-10 lossen per boogje het meest gebruikelijk.  

Optie 2: een kleinere ring kopen. Zoek de perfecte maat voor jouw mandala, lees hiervoor deze blog. Zo hoef je niks aan te passen aan de mandala. En dat is natuurlijk uiteindelijk het fijnste! 

Ongeacht welke optie je uiteindelijk ook kiest: het gaat erom dat jij blij bent met je mandala! Het is jouw unieke creatie, en ook als die niet perfect is mag je er héél trots op zijn! 

Klaar om jouw mandala te gaan haken?

Kies een van deze super toffe patronen en haak jouw eigen mandala!